1948 Noodweer

Noodweer op 12 juni 1948
Bron: “Vogelzangs uit Noordenveld en Westerkwartier, 1991”

De woning van Roelf Vogelzang en Geeske Harmina de Goede werd getroffen door de natuurramp van 12 juni 1948 waarbij de gehele woning werd verwoest. Twee en een half uur lang werd het gebied tussen Tolbert en Boerakker in de greep gehouden door de grillige natuur die ’s morgen om twee uur zorgde voor bliksem, valwinden en hagelstenen zo groot als duiveeieren. Door deze grote hagelstenen werden zelfs vogels uit de lucht geslagen. Er werden in totaal meer dan 100 blikseminslagen gemeld.

F0025
F0025: De totaal verwoeste woning van de familie R. Vogelzang, nu Middenweg 1

F0026
F0026 – De totaal verwoeste woning van de familie R. Bakering

F0053
F0053 –

F0054
F0054 –

F0055
F0055 –

F0056
F0056 –

Bron: “Onweders en Optische verschijnselen” van het KNMI

In het zuidelijk deel van het westerkwartier ging het onweer vergezeld van zware hagelval en hevige rugwinden die hier en daar een ware ramp veroorzaakten. In Leek werden door stukken ijs van 5 a 6 cm doorsnede alle uitgeplante groenten vernietigd en de boomvruchten en bladeren van de takken geslagen, de stammen werden ontschorst. Tussen Tolbert en Boerakker werd in een gebied van 200 hectare al het te velde staande gewas, gras inbegrepen, vernield. Kippen en kuikens werden gedood. In de gemeenten Marum, Grootegast en Oldekerk werden respectievelijk 45, 60 en 16 hectare op ddergelijke wijze getroffen. Plaatselijk vielen de volgende neerslaghoeveelheden: Marum 42 mm, Westpolder 25 mm, Warfum 20 mm. Ten zuiden van Appelscha was het op zeer weinig uitzonderingen na droog gebleven.

Bron: “Leekster Courant, 16 maart 1978”

“Het de dag ervoor erg drukkend geweest en we verwachtten eigenlijk onweer. Toen het ’s nachts inderdaad losbarstte heb ik wel behoorlijk in angst gezeten” weet mevrouw Vogelzang zich te herinneren. Toen de ramp zich voltrok woonde het echtpaar Vogelzang, met twee kinderen, aan de Middenweg te Boerakker (destijds een zandweg) en een van de zwaarst getroffen gebieden. “De wind kwam uit het noorden, de voorgevel van ons huis stortte gedeeltelijk in, waarna onze schuur werd weggeblazen,” aldus de heer Vogelzang. “Het eerste waar ik aan dacht,” zo vult zijn vrouw aan, “dat al onze spulletjes kapot zouden gaan. Maar even laten waren we dat alweer vergeten. Als ons zelf maar niets zou overkomen …”. De valwinden hielden zo’n twintig minuten aan. “Buurman Tjebbe Zantinga kwam meteen bij ons kijken. Later bleek dat hij vreesde dat we niet meer zouden leven. We zaten echter echter met onze twee kinderen achter de voordeur. Daar, tussen twee muren in de gang, was de enige veilige plaats in het huis. Mijn man ging voor mij zitten om mij te beschermen. Samen met buurman Zantinga hebben ze mij naar een beter onderkomen gebracht.”

“Ik ben toen met de buurman naar de familie Bakering gegaan. Ook hun huis is door het noodweer volledig verwoest. De oude mensen zaten in een hokje om een beetje bescherming te krijgen”, herinnert de heer Vogelzang zich. “Buiten was het verschrikkelijk. Hagelstenen ter grootte van duive-eieren hadden zelfs de vogels uit de lucht geslagen. Veel bomen waren helemaal kaal. Van veel stammen was de schil verdwenen. De grond kon de stortvloed van water niet verwerken en op sommige plaatsen ontstonden meren. Het water stond ons tot de knieen. Achter ons huis bevond zich een schuur waar we kuikens in hadden. Ze zijn allemaal verdronken. Ook de rogge en de haver op het veld was of verpletterd of onder water gezet.

Mevrouw Vogelzang: “Het was net winter, alles was kaal. In de verte hoorden we koeien loeien wat een beangstigend gevoel gaf. Ook na de ramp heb ik een tijd lang dit gevoel gehad als er weer een onweersbui losbarstte. Alles heeft ons volkomen verrast en we zullen het ook nooit meer vergeten. Het belangrijkste is echt dat ons leven gespaard is gebleven. We zijn hier God nog altijd dankbaar voor. In de loop van de ochtend en de hele week daarna zijn veel mensen komen kijken. Je moest het zien om te geloven wat er gebeurt was. Veel nieuwsgierigen hebben takken van bomen meegenomen als souvenir”.

“Een ding hebben we van dit alles geleerd. Als er een beroep op je gedaan wordt moet je direkt je medemens helpen. De spontane hulp die wij na de ramp kregen heeft een diepe indruk op ons achtergelaten. Vooral de steunactie, georganiseerd door de toenmalige burgemeester van Leek, mr. W.J.Ph van Waning, heeft ons enorm goed gedaan.”

Onder leiding van deze burgemeester werd een steunactie op touw gezet. Hij riep in een toespraak voor de RONO (Radio Noord en Oost) op om financiele en materiele hulp. Deze steunactie werd een succes want er werd in totaal F 200.000,- ingezameld, hetgeen een respectabel bedrag was voor die dagen. De totale schade was door deskundigen geschat rond de F 280.000,-. Door de succesvolle steunactie werd het mogelijk dat het boerderijtje van Roelf Vogelzang weer opgebouwd kon worden.