1944 Vliegtuig neergestort nabij de Noorderweg
Bron: Tolbert, Het oalerliek dorp, 1983
In de nacht van 19 op 20 februari 1944 ondervond Tolbert (eigenlijk is Boerakker dichterbij, maar ‘Het Oalerliek dorp’ gaat over Tolbert) van zeer nabij de gevolgen van de oorlog. In deze nacht stortte een vliegtuig, dat een bombardementsvlucht had uitgevoerd boven Leipzig, neer naast de Noorderweg bij de Feithswijk. Bij deze crash kwamen drie mensen om het leven. Het waren Don Bolt, Cas Waight en Jack Laurens.
Het vliegtuig, een Lancaster van het 101e squadron van de bass Ludford Magna in Engeland met het registratienummer DV 267 K was op 19 oktober ’s avonds om exact 23:38 opgestegen om een bombardementsvlucht boven Duitsland uit te voeren. De kist had een acht-koppige bemanning, die op de basis bekend stond als ‘de volkenbond-bemanning’ omdat ze afkomstig waren uit verschillende landen. Hun namen waren John Laurens (26), Leslie Burton, Ronny Aitken, William Alexander George Kibble, Cassian Henry Waight, William Frederick Bolt, Albert Edward Royston en James Arthur.
De vlucht van de Lanaster ging in die fatale nacht van Mablethorpe aan de Engelse kust naar de Duits-Nederlandse grens boven zee. Van hieruit liep de aanvalslijn in zuid-oostelijke richting naar Leipzig. Toen het toestel ongeveer ter hoogte van Oldenburg nog boven zee vloog kreeg de bemanning via de boordradio te horen dat hun toestel door een vijandige jager werd beslopen. De piloot stond net op het punt een ontsnappingmanoeuvre in te zetten, toen de radiotelegrafist aankondigde dat dit niet meer nodig was omdat de jager inmiddels was afgezwenkt. Dit bleek echter niet juist te zijn en plotseling weerklonk een aantal zware knallen, waarop het vliegtuig in vlammen gehuld werd. Aanvankelijk dacht de piloot dat alleen de buitenste bakboordmotor in brand stond en stelde daarop de blusinrichting in werking. Toen echter duidelijk werd dat de brandstoftank tussen de beide linker motoren in brand stond, besloot men terug te keren. Gezien de ernst van de situatie probeerde de vlieger boven zee te komen om daar een noodlanding te kunnen maken, waarna de bemanning, naar hij dacht, zich veilig zou kunnen stellen in een aan boord meegevoerde rubberboot. Het vuur breidde zich echter zeer snel uit en toen pas besefte de bemanning dat men nog slechts enkele minuten had om het toestel te kunnen verlaten. Er moeten zich dramatische tonelen in het ongelukstoestel hebben afgespeeld. De drie eerdergenoemde bemanningsleden konden het toestel niet tijdig verlaten en vielen in duizelingwekkende vaart hun dood tegemoet. Het ontzielde lichaam van Bolt werd ’s morgens bij Tolbert teruggevonden. Waight werd naderhand gevonden bij Noordwijk en Jack Laurens, de uit Zuid-Afrika afkomstige piloot, bleef tot het laatst aan de knuppel van zijn kist om zijn bemanning zoveel mogelijk tijd te geven het toestel te verlaten. Zijn lichaam werd bij het vliegtuigwrak aangetroffen.
Van de vijf overlevenden vielen vier in goede handen. Albert Royston was minder fortuinlijk, hij werd ondekt door een ‘verkeerde’ en werd vervolgens bij de Duitsers aangegeven en gearresteerd. De heer A. van der Donk van de Noorderweg te Tolbert was getuige van het drama. Hij zag het branden toestel vlak bij zijn huis neerkomen. De heer Van der Donk kreeg al spoedig bezoek van een aantal Duitsers die en uitkijktoren bij ’t Kret bemanden. Uiteraard vroegen ze hem of hij ook vliegers had gezien. Twee van de bemanningsleden werden in de onmiddellijke nabijheid teruggevonden. Een van de omgekomenen werd teruggevonden bij de heg bij het huis van de heer Van der Donk en het andere slachtoffer werd op de Zanden gevonden. Deze twee bemanningsleden werden begraven op het kerkhof te Tolbert.
Buiten de gearresteerde Albert Royston wisten de overige vier overlevenden zich aan de Duitsers te onttrekken, daarbij geholpen door de bwoners uit de omgeving. Jim Davies kwam terecht bij de heer Jan van der Veen in Niebert die hem ’s nachts nog naar zijn zwager in Siegerswoude / De Wilp bracht. Vervolgens werd de vlieger per fiets overgebracht naar een familie in Heineburen, tussen De Wilp en Zevenhuizen. Dit vervoer werd geregeld door een zekere Johannes de Jong, die deze stunt hierna nog eens herhaalde met een vlieger die hij oppikte bij de heer Bijzitter in Niebert. (Engbert Bijzitter, Wilgenpad) De tweede man die per fiets naar veiliger oorder werd gebracht was Ronny Aitken. Later werd het tweetal naar een plaats in Friesland gebracht door de leden van de ondergrondse in Leek. De overige twee bemanninsleden waren daar al eerder naar toe gebracht. Het viertal kwam tenslotte in Den Haag terecht, waar ze alsnog door de Duitsers werden gearresteerd. De vliegers werden naar een krijgsgevangenenkamp in Thorn in Polen overgebracht, waaruit ze tenslotte werden bevrijd door Britse militairen van de 6e luchtlandingsdivisie.